Begaafde leerlingen

“Hoogbegaafdheid”
Wat houdt ‘hoogbegaafdheid’ eigenlijk in en wat hebben hoogbegaafde kinderen nodig? Hoe herken je in de klas of thuis een hoogbegaafde leerling?

BEGAAFDE LEERLINGEN

Het Kompas richt zich op begaafde leerlingen

Begaafde leerlingen

Regelmatig kun je in de media iets lezen of horen over ‘hoogbegaafdheid’. Het laatste woord is er niet over gezegd. Wat houdt ‘hoogbegaafdheid’ eigenlijk in en wat hebben hoogbegaafde kinderen nodig? Hoe herken je in de klas of thuis een hoogbegaafde leerling?

IQ

Meestal wordt hoogbegaafdheid gekoppeld aan een hoog IQ. Als je bij een intelligentietest een score boven de 120 haalt, spreekt men van ‘een begaafde leerling’. Ongeveer 10 % van alle kinderen is begaafd. Slechts ongeveer een kwart van deze kinderen (dus 2,5 % van alle kinderen) noemen we hoogbegaafd. Deze kinderen scoren bij een intelligentieonderzoek hoger dan 130 punten.

Naam

Op ‘Het Kompas’ richten we ons op de totale groep ‘begaafde leerlingen’. Daarom kiezen we ervoor om over ‘begaafdheid’ te spreken in plaats van over ‘hoogbegaafdheid’.

Visies op begaafdheid

De meeste kinderen op school krijgen geen intelligentieonderzoek. Het IQ is ook niet de enige maat om ‘begaafdheid’ vast te stellen. Er zijn allerlei theorieën over begaafdheid waarbij oog is voor de veelzijdigheid van kinderen. Zo heb je bijvoorbeeld het idee dat naast een hoge intelligentie, een groot doorzettingsvermogen en een hoge mate van creativiteit, ook de omgeving direct van invloed is of een kind wel of niet hoge prestaties laat zien. Dus: aanleg alleen is niet genoeg. De invloed van ouders, leerkrachten en klasgenoten is er ook. Laat een kind met hoge intelligentie die begaafdheid ook uitblinken of niet?

Een andere invalshoek is het denken over Meervoudige Intelligentie. Je kunt op verschillende gebieden intelligent zijn en ook een voorkeur hebben om op een bepaalde manier te leren: taalkundige, logisch mathematische, ruimtelijke, muzikale, lichamelijke, inter- en intrapersoonlijke en naturalistische intelligentie. In kindertaal spreekt men dan over ‘taalknap’, ‘rekenknap’, of ‘samenknap’.

Een derde zienswijze benadrukt het samenspel van verschillende factoren waardoor begaafdheid wel of niet naar buiten komt: persoonlijkheids- en omgevingskenmerken spelen in op de in aanleg aanwezige begaafdheidsfactoren.

Kenmerken van begaafde leerlingen

Op ‘Het Kompas’ kijken we of we leer- en persoonlijkheidseigenschappen zien die kunnen wijzen op begaafdheid.

Leereigenschappen:

L1. Is snel van begrip

L2. Maakt grote denk- en leerstappen

L3. Beschikt over een goed geheugen

L4. Heeft een brede algemene interesse en kennis

L5. Beschikt over een groot probleemoplossend vermogen

L6. Is in staat verworven kennis toe te passen

L7. Is in staat nieuwe kennis te integreren met oude kennis

L8. Beschikt over een groot analytisch vermogen

 

Persoonlijkheidseigenschappen:

P1. Is taalvaardig en kan spelen met taal

P2. Komt met creatieve en originele oplossingen

P3. Is geestelijk vroegrijp

P4. Houdt van uitdagingen

P5. Beschikt over een groot doorzettingsvermogen

P6. Is perfectionistisch ingesteld

P7. Is veelal een intuïtieve denker

P8. Heeft behoefte aan een hoge mate van autonomie

P9. Beschikt over het vermogen tot (zelf)reflectie

P10. Is sociaal competent

 

DHH

We gebruiken DHH (Digitaal Handelingsprotocol voor (Hoog)begaafdheid) als hulpmiddel voor het herkennen van begaafdheid bij leerlingen. In groep 1, 3 en 5 wordt de hele groep door middel van een korte vragenlijst bekeken. Deze kijkwijzer kan ons helpen in het gericht kijken naar kenmerken van begaafdheid. Als we bij kinderen mogelijke begaafdheid zien, kunnen we verder onderzoek doen per leerling. Dit doen we om begaafde leerlingen op tijd te herkennen én te kunnen bieden wat ze nodig hebben om goed te kunnen functioneren op hun niveau. DHH geeft allerlei adviezen.

 

Kien

Wij gebruiken onder andere bij rekenen de adviezen om de gewone rekenstof minder te laten oefenen omdat begaafde leerlingen die stof vaak snel beheersen. Daardoor houden zij tijd over voor uitdagend rekenwerk. Wij gebruiken daarvoor de methode Kien. Bij de opdrachten van Kien worden de kinderen uitgedaagd om grote denkstappen te zetten, creatieve oplossingen te bedenken, door te zetten, rekenproblemen op te lossen, te analyseren, enzovoorts. Het is belangrijk dat begaafde leerlingen hun leer- en persoonlijkheidseigenschappen gebruiken en trainen. Op maandag- en donderdagmorgen worden de kinderen begeleid in hun uitdagend rekenwerk. Dit gebeurt in kleine groepjes buiten de thuisgroep. We bespreken dan de mogelijke oplossingsstrategieën die de leerlingen hebben gebruikt of kunnen gebruiken en luisteren naar elkaar. De begaafdheidsleerkracht geeft vooral aandacht aan het ontwikkelen van de juiste strategieën.

 

Plusgroep

Op donderdag geeft de begaafdheidsleerkracht les aan drie Ploetergroepen: Ploetergroep 3/4, Ploetergroep 5/6 en Ploetergroep 7/8. In een uur besteden we aandacht aan verschillende onderdelen:

Kennismaken met het Kompas?

We maken graag vrijblijvend kennis met u. In het kennismakingsgesprek laten we u onze school zien, maar bespreken we vooral hoe we zo goed mogelijk kunnen aansluiten in ons onderwijs op de ontwikkeling van uw kind(eren).